Geestelijke ondersteuning tijdens pandemie levert veerkracht
Het ondersteuningsteam bestaande uit psychologen, ethici, geestelijk verzorgers en vertrouwenspersonen, is zowel in 2020 als 2021 tijdens de pandemie zeer actief geweest. In aanvulling op leidinggevenden en teamleden werden behoeftige zorgmedewerkers ondersteund in de ‘rollercoaster’ die het voor velen was. Want de impact was groot op de werkvloer, maar ook in ieders persoonlijke leven. Partners kwamen thuis te werken, kinderen kregen les op afstand, er was als mantelzorger zorg voor kwetsbaren en er was verlies in allerlei opzicht. Van dierbaren, patiënten en cliënten, elke keer met veel impact. Daarnaast was er verlies van veel dat zo ‘vanzelfsprekend’ leek op het werk en in het dagelijkse leven. Veel relaties privé en op het werk kwamen door dit alles onder spanning te staan.
Bovendien kregen medewerkers in de zorg te maken met ‘moral injury’, een verwonding aan iemands morele geweten of beroepseer. Bijvoorbeeld als je onder druk van Covid moet omgaan met patiënten of cliënten op een manier die indruist tegen je eigen morele opvattingen of een manier die ‘je niet hebt kunnen voorkomen’. Deze ervaringen kunnen zorgen voor grote schuld- en schaamtegevoelens. Het ondersteuningsteam heeft vaak daarvoor een luisterend oor en erkenning moeten bieden. Er waren heftige verhalen over stress, slecht slapen, angst om fouten te gaan maken door ongeconcentreerd te zijn, moeheid, hoofdpijn, flashbacks. Hoe langer de periode duurde, hoe meer de vermoeidheid toesloeg en soms ook de vraag opkwam of dit nog wel het werk was waarvoor gekozen was. Naast informele (peer)support van collega’s, buddy’s en het thuisfront, had men ook de formele support van leidinggevenden en managers heel hard nodig en daarnaast soms de professionele support vanuit het ondersteuningsteam of extern.
Ondanks de grote druk is er steeds opnieuw een geweldige inzet en veerkracht getoond om ‘weeral’ de cohort op te starten, ‘weeral’ elkaar te ondersteunen, ‘wederom’ de dagelijkse routines aan te passen. De reactie was telkens ‘daar doen we het voor, dat is ons werk’.
Soms kwamen dan wel traumatische ervaringen uit de eerste pandemieperiode naar boven en werd bijvoorbeeld een (ziekenhuis)kamer gelinkt aan een bepaalde patiënt met zijn/haar geschiedenis. Ook waren er reacties als ‘daar gaan we weer’, ‘het blijft maar duren’, ‘wie denkt er aan ons?’, ‘laat ons vanuit onze ervaring een en ander goed opzetten’.
Bij dit alles bood het ondersteuningsteam een luisterend oor op de werkvloer, in de pauzes, soms tijdens een kortdurende ontmoeting. Het ondersteuningsteam fungeerde als klankbord en reflectie instrument. Regelmatig werden medewerkers kortdurend gecoacht of doorverwezen naar externe hulpverlening. Het ging steeds om veiligheid, communicatie, relaties, organisatie, wat ben je kwijtgeraakt en wat heb je geleerd en neem je mee naar de toekomst? Vanuit traumatische ervaringen, perioden met grote hectiek, kan er namelijk ook veel groei ontstaan. Zeker wanneer er eerst opvang en erkenning is geweest. Deze ‘post traumatic growth’ kan ontstaan wanneer de verhalen worden gedeeld, liefst in het eigen team om daarin elkaar bij te praten vanuit ieders ervaringen. Dat gebeurt in scroll sessies, intervisie gesprekken en ook in de verdere ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap. Centraal staat dan wat veerkracht heeft gegeven, wat en wie we als steunbronnen hebben ervaren, wat inspireert en motiveert voor de toekomst.
De afgelopen periode heeft extra duidelijk gemaakt hoe de medewerkers het kostbare kapitaal zijn van een organisatie, waar goed voor gezorgd moet worden op allerlei gebied om zo de nodige veerkracht en vitaliteit te behouden of verder te ontwikkelen.
Voor de toekomst vraagt dit om te leren van de achterliggende periode. Het vraagt ook om blijvende interdisciplinaire samenwerking in de brede organisatie in een zogenaamd ‘mentaal ondersteuningsteam’. Bovendien is preventieve steun van belang in de begeleiding van leerlingen, stagiairs en nieuwe medewerkers om zo samen sterker te staan in een volgende pandemie of crisis.