Financieel resultaat

Behaalde omzet en financieel resultaat


ZorgSaam heeft in 2022 een positief resultaat behaald van € 4,8 miljoen. Het resultaat is daarmee lager dan in 2021 (€ 9,0 miljoen) en wordt grotendeels gerealiseerd door incidentele posten. Zonder de incidentele posten bedraagt het genormaliseerde resultaat € 2,6 miljoen.



ZorgSaam heeft over 2022 een resultaat behaald dat lager is dan begroot, immers het resultaat is gebaseerd op € 2,1 miljoen aan incidentele baten/lasten. Dit betekent dat ZorgSaam zwarte cijfers schrijft maar onderliggend in haar bedrijfsvoering uitdagingen kent naar 2023 en verder toe. De jaren 2020 en 2021 hebben zich gekenmerkt door grote invloed van Covid-19 op de productie, hiermee is ook deels rekening gehouden in de begroting 2022. In 2022 is de productie ten opzichte van de begroting sterk gestegen en heeft de reguliere ziekenhuisproductie zich kunnen herstellen. De stijging is niet alleen hogere DBC-omzet, maar betreft ook een stijging in de dure geneesmiddelen. Met name binnen longgeneeskunde (immunotherapie) en oogheelkunde. Naast de hogere productie zijn de personeelskosten gestegen om de hogere productie te realiseren. Tevens is sprake van een hoog ziekteverzuim in 2022 (7,1%).


Binnen de Thuis- en Ouderenzorg zijn twee effecten zichtbaar. Aan de ene kant heeft de langdurige zorg zich hersteld tot boven begroting met als voornaamste reden de zorgverzwaring gedurende het jaar. Aan de andere kant blijft de wijkverpleging nog steeds achter ten opzichte van de begroting. Deels door het structurele hoge ziekteverzuim (10,4%) en deels door minder aanbod van cliënten.


Genormaliseerd resultaat:

Het resultaat 2022 van € 4,8 miljoen is deels gerealiseerd met incidentele baten. Genormaliseerd is het resultaat 2022 € 2,6 miljoen positief, waarbij de covid compensatie 2022 voor het ziekenhuis en afrekeningen voorgaande jaren van de thuis- en ouderenzorg een belangrijke bijdrage levert aan het huidige resultaat.


Exploitatie 2023

Dankzij een aantal incidentele meevallers is het resultaat 2022 nagenoeg op begroting uitgekomen. In 2023 staat ZorgSaam een aantal grote uitdagingen te wachten. Uitdagingen zijn onder andere de cao en financiering daarvan, de beschikbaarheid van deskundig personeel, het (blijvend) hoge ziekteverzuim, waardoor er druk op de roosters ontstaat, collega’s extra moeten terugkomen of PNIL wordt ingezet. Kostenbewustwording is een onderdeel om in de toekomst een structureel financieel gezond resultaat te behalen. Met de plannen van ZorgSaam in vorm zet ZorgSaam stappen om als organisatie het huis weer op orde te krijgen. De plannen richten zicht op het reduceren van het ziekteverzuim, kritisch zijn op de inzet van PNIL en het herstellen van de balans in formatie versus kosten. Met als doel het versterken van het genormaliseerde resultaat.


Financiële ratio’s

De belangrijkste ratio van de Zorggroep als geheel, de EBITDA-marge, bedraagt 8,5% (2021: 9,5%) (EBITDA, winst voor aftrek van rente, belasting, afschrijving en lease, gedeeld door omzet) en voldoet daarmee aan de gestelde norm voor de financiers. In 2021 was het resultaat incidenteel hoog, hetgeen een gunstig effect heeft op de EBITDA.


De solvabiliteit van de Zorggroep als geheel bedraagt 39,3% (2021: 38,9%) (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal). Dit is ruim boven de norm van 20% die is gesteld in samenspraak met de financiers.


De DSCR backward is uitgekomen op 2,3 (2021: 3,3) (EBITDA / (rentelast + aflossing incl. lease) en is daarmee ook ruim boven de gestelde norm door de financiers van minimaal 1,3. De EBITDA ligt lager dan vorig jaar, hetgeen een ongunstig effect heeft voor de DSCR.


Investeringen in 2022

Na de oplevering van de nieuwe OK in 2021, is in 2022 een grotere holding / recovery gerealiseerd en is de CSA gemoderniseerd. Daarnaast is een vervolg gemaakt met de renovatie van de Honte. In totaal is hiervoor € 9,0 miljoen beschikbaar (periode 2021-2023), waarvan € 5,5 miljoen voor 2023.


Investeringen in 2023

Naast de genoemde investering voor de renovatie van de Honte, staan er nog diverse actiepunten geagendeerd. De voornaamste is het vorm geven van de huisvestingsplannen voor de Thuis- en Ouderenzorg. In de periode tot en met 2030 is vervangende nieuwbouw voorzien voor drie locaties voor centra voor wonen met zorg en wordt nieuwbouw voorzien voor vier zorgwijken.

Ook aan duurzaamheid van gebouwen zal verdere invulling worden gegeven. Tevens zal het proces van technisch beheer verder geoptimaliseerd worden en zal beleid gemaakt worden op veiligheid van gebouwen en vergaderfaciliteiten.

Voor 2023 staan er vervangingsinvesteringen gepland ter hoogte van € 4,0 miljoen voor automatiseringsprojecten.